|
Home
Inhoud: |
Hoofdstuk
7. PESSE. Na
Ruinen gaan we van de grote weg af. Leo is een beetje vervelend. Dan weer hard
lopen en dan in eens weer heel langzaam en steeds tegen me aan duwen. Na 5 km.
ben ik al moe. We gaan maar pauzeren. Als ik bij de chocolademelk een paar
sultana koekjes eet komt Leo bij me staan bedelen. Hij pakt ze bijna uit mijn
hand. Nou vooruit dan maar. Hij vindt ze heerlijk. De lucht wordt egaal grauw.
Dit belooft langdurige regen en die belofte komt uit. Op
weg naar de volgende camping moet ik dwars door het dorpje Pesse en kom langs
een supermarkt. Leo, met kar en honden, zet ik vast aan een fietsenstandaard. Zo
kan ik gemakkelijk boodschappen doen en ik hoef er niet mee te sjouwen. Ik
beland op een keurige SVR camping waar tevens een leuk kamertje is met twee
planken met boeken en -het belangrijkste voor mij op dit moment- een wasmachine
en mogelijkheid de wasdroger te gebruiken. Al mijn kleren schoon en droog. De
honden schone slopen om hun bedje. Heerlijk. Alles staat keurig opgevouwen voor
me klaar. Ze heeft het zelfs gestreken. Daar heb ik wel een tientje voor over. Dan
tref ik op deze camping een paar oud collega's van mij uit Oosterwolde van de
periode dat ik daar in de dierenspeciaalzaak hondetrimster was. De winkel heeft
nu een andere eigenaar en zij zijn beiden ontslagen. Vanavond
smaakt het eten me weer prima. Sperzieboontjes met aardappelpuree en jus uit een
pakje. Zo klaar en echt lekker. Vlees eet ik nooit en dat is tijdens kamperen
reuze handig. Nu nog koffie toe. Voor
Leo maak ik weer een stalletje maar nu met een lange- en korte tentstok. De
bedoeling hiervan is dat er geen zak met water op het zeil ontstaat maar dat het
water er gelijk afloopt. Het werkt. 's
Avonds zit ik een uurtje in het praathuisje te lezen. In een map zitten allemaal
folders. Eigenlijk zou ik best eens dat bomenpad in Borger willen zien. Eens
kijken of ik daar langs kan gaan. Heb ik wel genoeg aan een maand vakantie?
Het praathuisje in Pesse
Als
ik mijn schriftje niet had zou ik absoluut niet weten wat voor dag het is. Nu
blader ik even terug: "o, was het gisteren dinsdag". Om
half elf de eerste dikke onweersbui. Gek dat ik aldoor het slechte weer vermeld.
Ik kan beter zeggen: "Hoera, tot half elf schijnt de zon". Die bui is
tenslotte na een half uur voorbij. Komt het omdat de nare dingen me raken en ik
de goede als vanzelfsprekend beschouw? Zouden meer mensen dat hebben? Ik denk
het wel want iedereen moppert altijd over het weer hier in Nederland. De
honden en ik maken een rondwandeling van 8 km. Eerst bekijken we een kleine
dierenbegraafplaats, genaamd "Het Hunebed". Er zijn geen oudere graven
dan 1997. Het keurige houten gebouwtje er bij heeft een overdekte waranda met
een bank. Dat heb ik bij een mensenbegraafplaats nooit gezien, een beschutte
plek waar je even kunt mediteren. Dan lopen we door een mooi natuurgebied
"De Boerenveense plassen" waar ik tweemaal de honden over een groot
vee rooster moet tillen. We komen uit bij het begin van Hoogeveen en van daaruit
loop ik door het Spaarbankbos terug naar de camping. Wanneer ik er bijna ben
fluit ik naar Leo die onmiddellijk gaat balken. Als
ik het handig inpik kan ik morgen via dit bos richting Tiendeveen. Dan moet ik
wel om twee afsluitbalken heen manouvreren. Volgens mijn wiskundige inschatting
moet het kunnen. Morgen volg ik een groot deel van de "Arnica
fietsroute", een bewegwijzerde route van de ANWB. We vertrekken pas om 11 uur. Mevrouw Roelie houdt me aan de praat bij twee kopjes koffie met koek. Ik schrijf nog even gauw iets in het gastenboek |