Ezeltje Leo

 

 

Home

Contact

Inhoud:

Inleiding

Leo

Huisvesting

Opvoeding

Vakantie

Feuilleton

Toekomst

Links

Hoofdstuk 6. ANSEN.

De dag begint met regen maar tegen de tijd dat ik vertrek is het droog. Bij de eerste pauze haal ik het dekzeil van de huif af. Ik wil tenslotte, ijdeltuit, pronken met mijn schilderkunst op het huifje. Van mij mag het dit weer blijven, koel en droog. We hebben gezelschap van een hele pluk koeien die ons vol verbazing aan blijven staren. Ik zit Leo zo eens te observeren terwijl hij aan het grazen is. Boterbloemen laat hij staan maar kamille, herderstasje, klavertjes en gras gaan met graagte naar binnen. Als toetje neemt hij een hapje brandnetel. Als het aan Leo lag konden we op dit plekje wel gaan wonen.

Het gaat steeds beter met Leo's huid. Ik ben van plan hem voorlopig elke week een luizenbehandeling te geven. De schuurplekken zijn genezen doordat ik het tuig iets hoger heb bevestigd en door de schapenvachtjes er omheen. Nu ben ik nog aan het experimenteren met het lamoen. Door de stangen wat lager te hangen zal waarschijnlijk het schuren van de trektouwen verholpen worden. Niet dat zijn huid erdoor beschadigt maar het haar breekt op die plaats af.

Ik kan aan Leo merken dat hij zich lekker voelt want hij zet er vandaag behoorlijk de sokken in. Ik moet flink door marcheren om hem bij te houden.

In Havelte krijgen we twee dikke buien over ons heen, 1 met onweer. We schuilen onder grote eikenbomen. Ons tweede pauzeplekje is direct na de Uffelterbrug het eerste zandpaadje links. We zijn nog 5 km. van Ansen verwijderd. Hier krijgen we nog een bui, maar nu kruip ik in het huifkarretje met een kop koffie. Je kunt merken dat het zondag is want het is behoorlijk druk langs de wegen ondanks de regen.

Ik ben nu een week onderweg en het bevalt me tot nu toe prima, hoewel het behoorlijk vermoeiend is of gaan de jaartjes bij mij meetellen? Als je boven de 60 komt moet je steeds een klein stapje terug doen. De kunst is om hulpmiddeltjes te bedenken, zodat je toch de dingen die je leuk vindt kunt blijven doen.

Even voor Ansen schuilen we nog een keer voor een bui. Als we weer verder lopen zie ik in de verte de donkere lucht weg trekken. Opeens zie ik een bliksemflits maar wel een rare. Horizontaal schiet er een flits golvend door de lucht. Er volgt geen klap. Zoiets heb ik nog nooit gezien. Op de camping hoor ik dat zij het centrum van de bui gehad hebben met zware windstoten en hagel. Zij hadden geen onweer gehoord. Vandaag hebben we 20 km. gelopen en dat is te veel, zowel voor Leo als voor mij. Morgen een rustdag.
de stal

Ik heb een stalletje voor Leo geïmproviseerd. Het huifkarretje zet ik schuin op de wind. Het dekzeil maak ik aan de zijkant vast, span het over het dak en aan de andere kant plaats ik er twee tentstokken onder. Nu staat Leo uit de wind en onder een afdak. Om te voorkomen dat hij om de scheerlijnen draait, span ik daartussen en ook rond de tentstokken het rood/wit gestreepte plastic afzetlint dat ik meegenomen heb. Dat komt zo goed van pas. Het karretje heeft vele mogelijk­heden.

Na een regenbui afgewacht te hebben vertrekken de honden en ik voor een flinke wandeling. Aan mijn heuptasje hang ik mijn fototoestel en een in elkaar gefrommeld rugzakje dat je aan een broekriem kunt rijgen. Over mijn schouder de paraplu en veldfles met water en als een halsketting de honderiemen om mijn nek. Later bind ik ook nog eens mijn jack met de mouwen om mijn middel zodat ik een volgehangen kerstboom lijk.

Eerst ga ik kijken bij het theehuis. Ik ben benieuwd of het er nog zo ongebruikt en vervallen bij staat als drie jaar geleden. Het blijkt dat het Dwingeler Veld met aan- en toebehoren aangekocht is door Natuurmonumenten en zoals we gewend zijn van deze vereniging, hebben zij hun zaakjes goed voor elkaar. Het theehuis is nu een echt theehuis geworden alleen is het jammer genoeg gesloten hoewel het volgens het aankondigingsbordje eigenlijk wel open moet zijn. Vanwege het slechte weer verwachten ze kennelijk niemand. Ik pak maar een rieten stoeltje om uit te rusten en mijn verhaaltje te schrijven.

Mijn plan is een wandeling over de Dwingelose heide te maken met een omweg naar Ruinen waar ik dan espresso koffiezakjes wil kopen (die ze hier in Ansen in het dorpswinkeltje niet hebben) en in Ruinen de bus terug te pakken. Gezien mijn enorm ontwikkelde richtingsgevoel kom ik in Dwingelo terecht, precies de tegenovergestelde kant. Nu loop ik vandaag zeker weer 20 km. Ik bemerk dat je minder moe wordt als je stevig doorstapt dan wanneer je naast Leo loopt te slenteren. Terug ga ik dwars over de Dwingelose heide en kom uit bij de Schaapskooi met informatie huis waar koffie en ijsjes te koop zijn. Ik maak een praatje met de dame achter de toonbank. Haar man is de schaapherder die dit werk al 18 jaar doet voor de Stichting "Vrienden Schaapskudde Ruinen". Hij heeft hulp van twee jonge herders anders zou hij nooit vrij zijn want de schapen gaan het hele jaar door elke dag de heide op. 's Winters bestaat de kudde uit 300 schapen en 's zomers uit 500 stuks.

Tegen half zes zijn we thuis en een uur later trekt er een enorme onweersbui pal over ons heen. Ik moet Laika met twee handen vast houden anders zou hij in paniek er vandoor gaan. Hij trilt over zijn hele lijf en zit me onder te kwijlen. Joep ligt te slapen en doet tijdens die zware donderslagen niet eens zijn ogen open.

Tijdens deze zware bui zorgt Leo voor de nodige hilariteit bij de caravanburen. Leo gaat met zijn kont achteruit steeds verder onder het door mij vervaardigde afdak staan. Op het laatst steekt alleen zijn kop nog buitenboord. Wat Leo niet weet en ik ook niet maar wat de buren zien gebeuren is de grote zak water die zich op het dekzeil aan het vormen is. Het kan niet uitblijven. Opeens kiept het zeil om en Leo krijgt de hele plens in een keer over zijn kop. Hij moet een enorme sprong genomen hebben. Dit werd mij in geuren en kleuren in het washok verteld.

's Avonds geven mijn dochter en ik elkaar wat tekstmeldingen door op de mobiele telefoon, (dat heet SMS hoor ik later) dat is goedkoper dan een gesprek. Ik ben heel blij met dit apparaatje.

Bij het afrekenen maak ik even een praatje met de boerin van deze camping, die met zware rugklachten op bed ligt. Ik spreek haar wat moed in. Ze kan helemaal niet gemist worden in een gezin en een bedrijf.


vervolg