|
Home
Inhoud: |
Hoofdstuk
3. NOORDWOLDE. Bij
drukke wegen zeg ik tegen Joep en Laika: "Hup, op je plaats" en dan
springen ze de kar in. Ze blijven mooi zitten kijken. Ik
kan geen koffie maken want de benzinebrander doet het niet. Gisteravond nog wel
even met een zielig vlammetje maar nu niets meer. Ik denk dat de sproeier
verstopt zit. Wat
me vandaag scheelt weet ik niet maar ik ben chagrijnig en moe. De honden doen
ook alles fout. Altijd lopen ze in de berm als ze los zijn maar vandaag is het
hopeloos. Natuurlijk is er een reden voor. Ze moeten nu in de rechterberm lopen
en als ik met ze wandel loop ik altijd links van de weg. Op bospaden en
fietspaden lopen ze vrij, daar is niet eens een berm en ja, het zijn maar
oliedomme beesten die niks snappen van mijn ongeduldige geschreeuw:" Aan
DIE kant, verdomme". Er
is geen reden voor een rot humeur, Hennie. De zon schijnt, mooie rustige
weggetjes, Leo doet zijn best, voor zover een ezel dat kan, alleen heb je geen
KOFFIE. Mijn
slechte bui is voorbij want ik ben op Natuurcamping De Meenthe van het Nivon
in Noordwolde en ben ontvangen met twee kopjes koffie. Een echtpaar is ook zo
juist gearriveerd dus zitten we gezellig bij elkaar. Als ik vertel dat mijn
benzinebrander de geest gegeven heeft, word me onmiddellijk een reserve
gasbrander aangeboden. Vanavond kan ik koken en koffie zetten. Vanavond
bel ik mijn dochter om te vragen of ze mijn tentje en de oude benzinebrander wil
brengen. De honden liggen nu in het karretje te slapen en als ik zo naar binnen
kijk snap ik niet hoe ik mijzelf daar nog tussen moet wurmen. Het tentje is ook
wel klein maar de vloeroppervlakte is viermaal zo groot als het karretje. Ik zet
alvast alle overtollige rommel klaar die zij dan mee terug kan nemen. Leo
staat hier niet vlak bij ons want het terrein is heel kort gemaaid zodat er
niets voor hem te eten is. Hij staat 50 meter verderop in het bos wat hij niet
zo leuk vindt. Vannacht
slaap ik lekker. Ik lig op mijn zij met opgetrokken knieën. Laika, de golden
retriever, ligt in de hoek bij mijn knieholte, Joep, de uit de kluiten gewassen
stabij, ligt in de hoek bij mijn buik. De
wekker loopt vanmorgen pas om acht uur af. Zou Leo pas gaan balken als hij
beweging hoort bij mij? Ik ben altijd vroeg wakker, om zeven uur ongeveer en ga
dan liggen draaien of hij ziet misschien een andere kampeerder naar de w.c.
lopen wat voor hem ook een teken is om als ochtend omroeper te fungeren. Ik
ga met de honden naar Noordwolde en loop nu steeds rechts van de weg. Ze hebben
er veel moeite mee, vooral Laika die in zijn acht levensjaren altijd links heeft
moeten lopen. Zelf moet ik er ook alert op zijn ze consequent rechts te houden.
Het zal wel even duren voor ze het weten. De
benzinebrander is nog steeds verstopt. In Noordwolde is geen kampeerwinkel waar
ze hem kunnen doorprikken. Midden in het dorp zie ik een goede bekende, de
viskar die ook in Bakkeveen eenmaal per week zijn waren verkoopt. Daar haal ik
een lekkerbekje en maak een praatje met de visboer die raar opkijkt mij hier te
zien. 's
Middags komen mijn dochter en haar kleine meisje het tentje brengen. Wat een
ruimte heb ik nu om te liggen, het lijkt wel een litsjumeaux. Dat wordt heerlijk
slapen vannacht. Het huifkarretje is nu bagagewagen geworden. Wel handig voor
onderweg en op wat drukkere wegen kunnen de honden erin. Misschien
krijgt Leo in de loop van de vakantie nog eens zoveel conditie dat ik er ook op
ga zitten als ik moe ben, of heeft hij genoeg conditie maar is hij gewoon lui?
Als de kinderen weggaan met meer spullen dan die ze gebracht hebben, gaat mijn
kleindochtertje huilen, ze wil helemaal nog niet naar huis maar wil hier
blijven, op de camping. Het
voordeel van slapen in een nauw karretje is, dat je onmogelijk naast je
slaapmatje terecht kunt komen. Zo zie je maar weer, alles heeft voor- en
nadelen. Mijn linker bil is stijf, die heeft naast het matrasje gelegen. Heb ik
iets bij me tegen spierpijn? Ja, een piepklein doosje tijgerbalsem dat ik met
veel moeite open krijg. Het zit al jaren in mijn EHBO tasje. Er zit nog een
beetje in dus met tweemaal insmeren moet het over zijn. Ik
heb het 's morgens behoorlijk druk met mijn huishoudinkje. Eerst honden uitlaten
en eten geven. Dan zelf even bijkomen met thee en een boterham. Douchen, wat
uitwassen, slaapzak luchten, Leo borstelen, stick uit de grond wurmen en
verplaatsen (gelukkig heb ik een hamer bij me), honden borstelen, alles weer op
zijn plaats leggen en dan is het tien uur, koffie. Ik
maak een praatje met een oudere, Indische meneer die hier met zijn vrouw in een
caravan bivakkeert. Hij ziet mij schrijven en daar komt hij op af. Hij is zelf
een echte schrijver. Er is een boek van hem uitgegeven (Het boek der Indo's -
Paul v/d Put). Zijn beroep was journalist, later hoofdredacteur van het Vrije
Volk, een krant die inmiddels door fusies is opgeslokt. Er
wordt vanmiddag noodweer verwacht, onweer, hagel, zware windstoten. De eerste
onweersbui hebben we nu achter de rug. Laika is panisch. Ik moet hem vasthouden
anders gebeuren er ongelukken. Het huifkarretje is met deze hoosbui niet
waterdicht. Gelukkig dat ik het tentje er nu bij heb. Onderweg moet ik de
slaapzak en de kleding goed waterdicht inpakken in vuilniszakken. Heel
opmerkelijk hier is, dat een kwartier voor de bui in alle hevigheid losbarst, de
kikkers en de vogels hun mond houden, met recht de stilte voor de storm. Nu de
zon schijnt kwaken ze er weer lustig op los. Ik
heb het karretje nu zo ingericht dat ik op de kist die als bok fungeert kan
koken. Opgebakken aardappels met komkommer eet ik vanavond, niet bepaalt een
dieet om af te vallen. De
tweede onweersbui is nog heviger dan de eerste. Nu zitten we in het tentje, ik
voel het water onder het grondzeil doorstromen. De luifel die ik aan het
karretje heb gemaakt (een recht dekzeil met ogen) heb ik er nu overheen
gespannen zodat het niet meer door kan lekken. Arme
Leo staat in de regen. Hij lijkt het niet erg te vinden. Hij is bezig zijn
wintervacht voor de zomervacht te verwisselen. Hele bossen haar haal ik van hem
af. Het jeukt hem ook nogal dus die zware regenbuien voelen wel lekker aan voor
hem. Als hij aan het verharen is zoals nu, ziet hij er niet uit. Een ezel heeft
maar twee maanden per jaar zijn zomervacht, dan is hij zo glad als een paard.
Alleen de maanden juli en augustus. Eind augustus begint het wollige alweer te
groeien. Als hij zo glad is vind ik hem niet zo leuk om te zien. hij heeft dan
zo'n smal koppie met die lange oren erboven. Een ezel ziet er pas leuk uit als
hij helemaal wollig is. 's
Avonds kan ik van de buren de fiets lenen. Ik ga even kijken of er obstakels op
mijn route zijn. Er zijn twee mogelijkheden om in de bossen boven Steenwijk te
komen. In de eerste zit een lang, smal fietsbruggetje. De tweede mogelijkheid
gaat langs rustige asfalt weggetjes. Voor alle zekerheid kies ik de tweede
route. Voor
het eerst heb ik dit jaar een mobiele telefoon bij me. Zittend in mijn tentje
waarop de regen neerklettert, bel ik mijn oudste dochter. Als iemand me een jaar
geleden voorspeld had dat ik op die manier zou telefoneren, had ik die persoon
compleet voor gek verklaard. Het
is koel weer en het waait behoorlijk. Bij de buren drink ik nog een kopje koffie
terwijl de telefoon wordt opgeladen. In
mijn bergschoenen, die ik vannacht onder het karretje had staan, zit een heel
legertje oorkruipers. Alle
camping bewoners doen mij uitgeleide met fototoestel en videocamera in de
aanslag. Nel, de terreinwacht, neemt de campinggasten stiekem op de foto. |