|
Home
Inhoud: |
Hoofdstuk
21. HOOGHALEN. We
zijn al gauw in het bos, doodse stilte heerst al om want we zitten in de
storingvrije zone van de radiosterrenwacht. Het is vochtig en warm, daardoor
zijn de grote bruine steekvliegen zeer actief. Ze hebben het speciaal op mijn
knieholten gemunt. Leo heeft een hele zwerm om zich heen, daarom loopt hij met
een bloedgang. Zeker 6½ km. per uur. Ik loop naast hem te zweten en te hijgen.
Dan smeer ik me in met citronella olie en besprenkel Leo er ook mee. Het helpt
niet. Bij het Halkenveen staat een bankje. Het is open terrein, er staat een
beetje wind, daar houden steekvliegen kennelijk niet van. Hè, hè, even
bijkomen. Hier
loopt een wandelroute langs. Het is zondag dus veel wandelaars, dus veel
aanspraak. Joep dolt met een jonge zwarte hond. De
hele weg van Grollo tot Hooghalen gaat door het bos. Gezien ons tempo vandaag is
het minstens 20 km. Toch geniet ik er niet echt van en dat is de schuld van de
horzels, of dazen of hoe die rottige steekvliegen heten. Ik loop ze steeds van
mezelf en Leo af te slaan. Als ik het even niet doe bij Leo komt hij zijn kop
tegen me aanwrijven en dan veeg ik ze weer allemaal van hem af. Zelf heb ik de
capuchon van de bodywarmer over mijn hoofd getrokken en dat is zweten met deze
broeierige temperatuur. We
komen langs het herinneringskamp Westerbork. Het parkeerterrein staat stampvol
auto's. Ik
heb op de kaart gezien dat er over de snelweg een wandel/fietsbrug is en dan
moet ik vlak bij de camping uitkomen. Een meisje op een prachtige lichtgrijze
schimmel vergezeld ons een stuk. We volgen een zandpad langs een camping dat
verschrikkelijk modderig is en vol kuilen zit. Het meisje zegt dat de camping
pas gerenoveerd is en dat vrachtwagens het pad zo vernield hebben. Het karretje
hangt gevaarlijk scheef, ik verwacht elk moment dat het omkiepert. Leo baggert
gelukkig gewoon door de plassen heen. Hij ziet het mij ook doen dus vertrouwt
hij erop dat het goed gaat. Dat had hij enkele jaren geleden niet gedaan. Toen
was hij overal bang voor. Ik ben wel eens 1½ uur bezig geweest om hem over een
bruggetje te krijgen. De ellende met ezels is dat ze zo goed kunnen onthouden.
Als ik het toen had opgegeven had hij het nooit weer gedaan. Hij weet nu dat als
ik iets wil van hem ik het nooit opgeef. Het gevolg is dat hij alles doet,
waarbij ik altijd goed oplet of het mogelijk is. Ik laat hem nooit iets doen dat
gevaarlijk is. Helaas kan ik geen gebruik maken van de fietsbrug want er staat een schaarhek voor. Daar kan ik niet door want ik kan de draai niet krijgen. We moeten om naar het grote viaduct. Nu heeft Leo er toch schoon genoeg van en ik ook. We zijn blij als we op de camping zijn. Het
sanitair op deze camping is niet zo goed voor elkaar. Het is wel schoon maar de
afvoer zit verstopt. Het water van de douche loopt heel langzaam weg. Voor warm
water om de vaat te doen hangt er een muntautomaat. Ook de douche werkt met
munten en hoewel ik me altijd heel snel douche slaat hij al af voor ik klaar
ben. 's
Avonds belt mijn kleinzoon om te zeggen dat hij geslaagd is voor zijn
zwemdiploma B. Op dat moment is het noodweer in Zoetermeer. Het water valt met
bakken uit de lucht. Ik zit hier in het zonnetje. Drie uur later is het noodweer
in Hooghalen aangekomen en de bakken zijn intussen niet leger geworden. Het is
een wonder dat het tentdoek niet scheurt.
|