Ezeltje Leo

 

 

Home

Contact

Inhoud:

Inleiding

Leo

Huisvesting

Opvoeding

Vakantie

Feuilleton

Toekomst

Links

Hoofdstuk 12. MEINDERSVEEN .

Ik ga dwars door Borger heen voor brood, ansichtkaarten en een balpen. Leo + kar + hond zet ik vast aan een paaltje. Terwijl ik in de winkel ben verzamelt zich een grote menigte om Leo heen. Ze koekeloeren even bij het karretje naar binnen en hebben niet in de gaten dat ik ze zie. Leuk is dat om mensen ongemerkt te observeren. Als ik terug kom hou ik een gratis lezing over het wel en wee van het houden van ezels in het algemeen en het op vakantie gaan met huifkar, hond en ezel in het bijzonder. Ook hier komen we bij velen in het fotoalbum terecht.

We moeten tweemaal een drukke verkeersweg oversteken en belanden dan in het bos. Uurtje rust. Door het bos moeten we één lang recht bospad volgen en komen dan praktisch voor de ingang van landgoed Meindersveen uit. Op het landgoed bereiken we na ± 1½ km via paaltjes met witte kop de camping.

Ik ga dicht bij een picknicktafel staan. In de verte, helemaal achteraan, staat een auto en een grote- en kleine tent. Op het bordje bij de directiekeet staat vermeld dat de beheerder om zeven uur aanwezig is. Wat een stilte. Alleen de vogeltjes en het kauwen van Leo zijn te horen. Heel in de verte een beetje verkeer van de Rolderweg.  

Meindersveen

Joep is bang voor alles wat vliegt of het nu een dikke hommel is of een minuscuul eendaags vliegje. Als ik het tentje heb opgezet en het open rits zie ik een dikke bult onder het tentzeil, o heb ik weer niet opgelet of de grond vlak is. Als ik erop druk om het wat glad te strijken komt er beweging in de bult. Het is Joep. Hij is eronder gekropen terwijl ik bezig was het tentje op te zetten. Onder het grondzeil zitten immers geen vliegjes.

Behalve de directiekeet staat hier een langwerpig hokje met drie deuren, genummerd 1, 2 en 3. Achter de deuren: w.c. 1, w.c. 2 en w.c. 3. Dan staat er nog een hokje in de vorm van een vierkante paddestoel. Aan de voorkant een lange gootsteenbak met twee kranen, aan de achterkant twee deuren met het woord "douche" erop. Je houdt het niet voor mogelijk maar die douches zijn, midden in het bos, ook nog warm. Dat gebeurt door middel van buta­gasflessen. Waarom zijn er in Nederland niet meer van zulke plekjes of zijn ze er wel maar weet ik ze niet te vinden?

De avond breng ik door met het schrijven van ansichtkaarten en ik maak een praatje met de bewoonsters van de andere tenten. Zij blijven hier vier weken staan en hebben een bouvier en twee poezen bij zich. De hond slaapt in de auto en de poezen in het kleine tentje.

Dit is het ware kamperen, het echte genieten. Wakker worden met de zon op je tentje. Om acht uur 's morgens in korte broek en hemdje naar buiten. Het is een en al vrede om- en in me. Toch weet ik van mezelf dat die vredigheid in me niet lang duurt. Wat is het toch dat ik steeds weer verder wil trekken. Waarom kan ik niet, zoals die beide vrouwen hier, op één plek vier weken blijven? Na een paar dagen begin ik me te vervelen. Dan beleef ik niets nieuws en kan ik niet in mijn schriftje schrijven, want zomaar iets verzinnen kan ik niet. Dan toch misschien iemand zoeken die met me mee wil? Ik weet het niet. Er zijn, denk ik, niet veel mensen die zo primitief op vakantie willen. De beide vrouwen hebben wel een auto tot hun beschikking waarmee ze tochtjes kunnen maken en van alles gaan bekijken.

Laat ik mezelf maar accepteren zoals ik ben en lekker alleen met de dieren wat rond zwerven.

Nu, om half tien 's morgens, zit ik alweer bij de picknicktafel met twee uitgespreide VVV kaarten om te kijken hoever ik nog kan lopen tot het eind van de maand. Naar het oosten, richting Sellingen, ben ik nog nooit geweest. Er zijn in die richting veel minder campings maar een beetje zigzaggend kan het. Bij Sellingen zijn twee natuurcampings, dan misschien naar het noorden Vlagtwedde en Onstwedde over Stadskanaal en vandaar de oude spoorwegroute naar Assen volgen, waarvan een wandelpad is gemaakt. Dat is op dit moment mijn plan. Zal ik het ook uitvoeren? Je weet het maar nooit met mij.

Er zitten hier, met dit warme weer, nogal wat muggen waar ik mijn leven lang al zeer aantrekkelijk voor ben. Ik krijg er ook altijd dikke bulten van. Maar nu heb ik een echt paardenmiddel hiertegen. Voor Leo heb ik bij een ruitersportzaak iets gekocht tegen vliegende insecten, hoofdzakelijk omdat hij eens door een steek van een horzel op hol is geslagen. Hij wil echter niet dat ik het spul op hem smeer en nu smeer ik het maar op mezelf. Joep ligt onder het karretje een gat te graven. Dat is zijn remedie tegen de warmte en de mugjes.

Vandaag ga ik eerst maar eens het Drents Boomkroonpad bekijken. Dat is hier vlak bij volgens de beheerder. Zij rekent natuurlijk met de auto. Het blijkt toch nog een hele tippel te zijn. Het boomkroonpad is bij uitstek een doel voor schoolreisjes. Er staan verschillende autobussen en het is behoorlijk druk. De entree is laag f. 5,--. Joep mag niet mee. Ik bind hem vast in de schaduw onder een boom. Deze attractie van Staatsbosbeheer is opgezet met het oogmerk veel mensen te kunnen verwerken met zo weinig mogelijk personeel. Het toegangskaartje moet in een automaatje à la Parijse metro en dan kun je door het draaihek naar binnen. Het begin speelt zich af onder de grond. Het is heel leuk nagemaakt en behoorlijk griezelig. Twee kleine meisjes gaan er van huilen. De ouders lopen er maar snel met ze doorheen. Dan komt er een hele klim naar boven. Uiteindelijk nog hoger in een uitkijktoren die heen en weer wiebelt. Daar moet ik bewust niet op letten anders word ik misselijk. Boven kijk je op de kruinen van de bomen. Verder zie je niets want het is midden in het bos. Het lijkt precies een reuzenbroccoli.

Weer beneden haal ik Joep op en ga koffie drinken bij het zelfbedienings­restaurantje. Joep krijgt water. Hij drinkt de emmer half leeg.

Je kunt hier vier gemarkeerde wandelingen maken, waarvan je folders uit zelfbedieningsbakjes moet pakken. Ik neem ze alle vier mee want er staat interessante informatie in. Op de kaart zie ik dat ik de langste route van 16½ km voor een deel kan volgen om met een omweg weer bij de camping te komen.

Het is een schitterende wandeling, gedeeltelijk langs het Anderse diepje. Het water zit vol bloemetjes, wit, geel, blauw. Prachtig. Het lijkt wel de onbewoonde wereld. Nergens is een huis te bekennen alleen wat dromerige koeien zo nu en dan. Ik kom uit in Papenvoort en ga door het bos terug. Nu krijg ik het weer aan de stok met mijn richtingsgevoel. In plaats van rechtsaf ga ik linksaf het bos in. Het is dat de bospercelen genummerd zijn, daarom heb ik het gauw in de gaten maar toch, ik moet hetzelfde pad terug lopen en daar heb ik een stierlijke hekel aan.

Nadat ik een weg met fietspad overgestoken ben hoor ik opeens vrolijk gezang, wat jodel achtig. "Gunst wat leuk" denk ik, "daar rijdt vast een groep Duitsers op het fietspad". Dan hoor ik er ook muziekinstrumenten bij dus dat klopt niet. Als ik omkijk zie ik in de verte een man rijden in een invalidenwagentje met de radio keihard aan.

Op weg naar de camping houd ik nu steeds de kaart in mijn hand, let goed op de nummers van de bospercelen en moet zelfs dan nog mijn kompasje gebruiken. Zonder deze attributen zou ik hopeloos verdwalen. Als ik weer eens op een kruispunt van paden de kaart aan het bestuderen ben is opeens Joep verdwenen. Hè, dat gebeurt nooit. Ik roep en fluit en tuur. Eindelijk daar komt hij aan. Met dat turen zie ik gelijk iets kleurigs door de bomen. Een tent. Ik ben aan het andere einde van de camping en Joep was al heen en weer bij ons tentje geweest, die heeft geen kaart, kompas of genummerde bos percelen nodig, die heeft zijn neus.

Ik heb mezelf nu verschillende keren met het paarden insectenwerende middel ingesmeerd. Het ruikt naar anijs en het helpt geen paardenbal. Dan de citronella olie er maar overheen. kun je nagaan hoe lekker ik nu ruik. Hopelijk vinden de muggen dit nu eindelijk eens vies (ze vinden het een beetje vies).

Ik heb nog twee eieren in de voorraadmand die ik bij deze temperatuur niet langer durf te bewaren, zo ook een zakje geraspte kaas. Beide ingrediënten mik ik in een pannetje en doe daarbij: (onthoud dit recept, het is uniek) zelfrijzend bakmeel, magere melkpoeder, water en als culinair hoogstandje drie schermen vlierbloesem die ik hier vers van de vlierboom pluk. Hiervan bak ik heerlijke pannekoeken die ik bedek met schenkstroop met appel en kaneelsmaak.

vervolg