|
Home
Inhoud: |
Hoofdstuk
19. GIETEN. Nu
kom ik erachter dat a.s. zaterdag de TT van Assen wordt verreden. Hoe moet ik de
drukte ontlopen. Vrijdag is de ergste dag, denk ik en zaterdag tussen tien en
vier uur zit iedereen naar het spektakel te kijken dus dan is het stil. Zondag
zal het ook wel een gekkenhuis zijn met razende motoren op de weg. Vandaag
wil ik naar de natuurcamping "Achter de Beukenhegge" in Gieten.
Voorlopig merk ik nog niets van TT drukte, ik ben nog te ver van Assen
verwijderd. Onderweg
maak ik een praatje met een boer. Hij denkt dat Leo een veulentje in zijn buik
heeft. Leo overwerkt zich niet maar overeet zich. Hij valt niet af zoals ik. De
boer vraagt of ik Joep niet aan hem wil verkopen. Hij wil graag zo'n hondje
hebben. Volgens mij heeft hij last van mollen in zijn land en stabytjes zijn
mollenvangers. De
eerste stop is bij een mooi riviertje op een bankje. Ik hoor een koekoek roepen.
Terwijl ik zit te eten stopt er een oude man op de fiets. Hij is 82 jaar en
fietst elke dag een rondje. Zijn vrouw is 80. Hij zegt dat ik even langs het
gehuchtje Veenhof moet lopen, dat is een klein rondje om maar de moeite waard. Bij
Gieten komen we onverwachts op de spoorweg wandelroute terecht. Ik heb hier al
eens eerder gelopen met Leo als pakezel. Het pad was toen erg modderig, Leo
jong, ik nog onervaren, in elk geval waren de tassen van zijn rug gevallen
midden in een modderplas. Ik verlaat het wandelspoor, volg een zandweg door het bos en kom langs mooie zwem/visvijvers. Het pad eindigt op een T-kruising. Het komt me hier vagelijk bekend voor. Hoe moet ik nu, links of rechts? Links zie ik in de verte auto's rijden. Ik ga links en kom bij weer een meertje. Er staat een bordje "dag camping". Hè dat heb ik op de kaart gezien. Ik had natuurlijk rechtsaf moeten gaan. Gelukkig is het niet ver terug en het is goed dat ik nu dit meertje weet want het wordt morgen warm. Dan zie ik rechts het veld vol met bloeiende berenklauw en dan weet ik dat ik pal naast de camping uitkom.
Als
ik de camping oploop roepen een paar mensen "O, wacht even, gauw het
fototoestel". Nu moeten we bij aankomst al poseren. Eén van de vrouwen is
bijzonder enthousiast. Het is de eerste keer dat ze op een natuurcamping
staat en alleen dat al vindt ze geweldig. En dan kom ik er nog aan met een ezel.
Deze vrouw weet niet wat haar overkomt. Om
kwart voor vijf zit ik voor het tentje in de zon, gedoucht en wel. Ook Joep heb
ik gewassen want de vuilak had in een vogellijk of ander soort viezigheid
liggen rollen. Deze
camping is onbemand. Er staat een ijzeren doos voor de inschrijfformulieren en
betalingen, de ijzeren Hein genaamd. Het schoonmaken van het sanitair doen de
campinggasten zelf bij toerbeurt. Er hangt een lijst waarop je een corveedag in
kunt vullen. Alles is brandschoon. Er
is hier een trekkersveldje voor fietsers en wandelaars, een gewoon veld en een
groot veld voor mensen met huisdieren. Op die manier is er voor de trekkers
altijd plaats en mensen zonder dieren hebben geen last van honden, katten en
ezels, hoewel ik de indruk krijg dat ze het wat de ezel betreft jammer vinden
dat ze hem niet vanuit hun caravan kunnen zien. Er komen een flink aantal mensen
met me praten. In het begin draait Leo steeds zijn kont naar ze toe. Niet erg
netjes van hem. Bij
een echtpaar dat hier met een caravan staat drink ik koffie. We vertellen elkaar
onze vakantie ervaringen. Mijnheer heeft een map met een heleboel fietsroutes
die hij zelf maakt. Hij kopieert een topografische kaart en zet met rode
viltstift de route daarop uit. Alles zit keurig gerangschikt in plastic hoesjes.
Wat zijn sommige mensen toch netjes. Ik bewonder zoiets. De kaart van mij is
helemaal verfrommeld en gescheurd. Zou ik daarom altijd verdwalen? Zij zijn
vaak in de Scandinavische landen geweest. De laatste keer in Noorwegen. Eerst
met de boot er naar toe en terug met de auto door Denemarken en Duitsland. Zij
hadden een tent bij zich en met slecht weer huurden ze een hut, die daar overal
te vinden zijn. Van Noorwegen kun je met verschillende veerboten naar
Denemarken.
Dit is iets wat ik graag nog eens in de toekomst wil doen, met de fiets
uiteraard en met Joep in de fietskar als dat mogelijk is. Zij hadden geen honden
op de boot gezien. Na
de koffie vertrek ik met Joep naar Gieten. Ik verstuur een pakje naar mijn
jarige kleinzoon en haal citronella olie. Op campings van Staatsbosbeheer
barst het altijd van kleine steekmugjes. Ik heb wel eens gedacht dat ze
speciaal door SBB worden gekweekt want ergens anders zijn ze niet. Terug
op de camping heb ik buren gekregen. Een echtpaar met caravan en hond. Ze
hebben nogal moeite met de voortent. Leuk gezicht twee van die wriemelende, op
elkaar mopperende mensen. Je ziet alleen hun benen, hun hoofd moet voorlopig nog
het dak ophouden. Gemeen hoor dat ik inwendig zit te gniffelen. Ze hebben
een speciaal knielkussentje bij zich zodat hun broek niet eventueel vies kan
worden in het gras. Na exact 1 uur en 10 minuten is de klus geklaard. Zo'n
huisdierenveld is echt gezellig. Honden in alle soorten en maten. De hond naast
mij, van de moeilijke voortent zal ik maar zeggen, lijkt precies op mijn
allereerste
hondje Mary. Ik was toen tien jaar, in 1945. Ik had hem als puppy gekregen van
de boerenfamilie waar ik als Amsterdams bleekneusje zes weken gelogeerd had om
de hongerwinter te boven te komen. Samen met een hele ploeg andere kinderen uit
Amsterdam waren we bij particulieren ondergebracht. In een kartonnen doosje op
mijn schoot had ik Mary vanuit Groningen meegenomen naar Amsterdam. Ik weet nog
hoe apetrots ik op MIJN hond was dat hij de hele weg niet in de doos geplast
had. "Hij is al zindelijk" zei ik tegen mijn vader die me in Amsterdam
stond op te wachten. Van die tijd op dat kleine boerderijtje in Groningen heb ik
mijn liefde voor het platteland overgehouden. Het
is steeds mooi, droog weer, niet te warm, precies goed. Morgen ga ik met Joep
een grote wandeling maken en zaterdag ga ik door naar Grollo. Voor het eerst ben
ik drie nachten achter elkaar op dezelfde camping. De
volgende ochtend vroeg komen er allerlei rare geluiden uit de caravan naast me. Eerst
hoor ik allemaal petsen, alsof er met een natte dweil geslagen wordt. Dan maakt
de man schreeuwende geluiden, soms gilt hij bijna. Misschien mankeert die
man iets zodat zijn vrouw een pijnlijk verband moet verwisselen of hem masseren
moet of hij traint voor een Japanse vechtsport, daar maken ze ook zulke
geluiden bij. Dan verlaat de man de caravan om een jerrycan water te halen. Hij
groet mij vriendelijk. De geluiden beginnen opnieuw terwijl de vrouw alleen in
de caravan is. Zij doet het dus. Het is een Indisch type. Ik houd het nu op mijn
laatste veronderstelling, de Japanse vechtsport. Er
is uiteindelijk iets heel anders aan de hand. Ze zijn met z'n drieën. Er is nog
een geestelijk gehandicapte zoon in de caravan die nog niet buiten is geweest.
"Hij blijft liever binnen" vertellen ze me later. Wat
kan een mens toch snel verkeerde gedachten over een ander hebben. Ik schaam me
ervoor. Je staat er niet bij stil als je zelf allemaal gezonde kinderen en
kleinkinderen hebt, dat het ook anders kan. Op
het mensen-zonder-dierenveld staat nog een echtpaar waar ik contact mee heb
(via Leo natuurlijk). Zij hebben een piepkleine caravan waarvan je het dak naar
boven kunt klappen. Ik sta er versteld van hoeveel ruimte er binnen is. Je kunt
er gemakkelijk met zes personen zitten. Zij fietsen veel en willen vandaag een
tocht maken richting het oosten. Ik leen ze mijn kaart want die van hen gaat
niet verder dan Stadskanaal. Zij hebben een kaart van Z.O.Friesland die ik
vanavond even ga bestuderen. Met
Joep maak ik vandaag twee wandelingen. Eén via de rode paaltjes: deze leidt
door de gletcherkuil en gelijk er achteraan de gele paaltjes, genaamd
Zwartewaterroute. Het enige water dat ik zie is een onooglijk slootje dus
waarschijnlijk heb ik weer lopen dromen. Op een bospad komt me een vrouw
tegemoet met een Berner Sennenhond. Zowel Joep als haar hond blijven staan en
na 20 meter passeren wij elkaar. Ik zeg: "Ze wachten tot de kust veilig is,
die beste waakhonden van ons". Ze moet er vreselijk om lachen. Nu komen de
honden naar ons toe waarna Joep gelijk onderdanig op zijn rug gaat liggen. "Ja",
zegt de vrouw, "wij kunnen met een gerust hart het bos in met onze dappere
honden".
Zowel
de rode- als de gele wandeling die ik maak is 3½ km. Als ik denk dat de gele
route wel zo'n beetje gebeurd is, kom ik bij een geel paaltje waarnaast een
afgebroken geel paaltje ligt. Ik sla er geen acht op en volg het staande
paaltje.
Een hele tijd later herken ik een bankje en een omgewaaide boom dwars over het
pad. Ho, ik ben de route opnieuw aan het volgen. Ik bepaal nu zelf mijn richting
terug naar de camping en dat gaat zoals gewoonlijk fout. Zo loop ik een tijdje
te dwalen als ik op eens een geluid hoor dat ik uit tientallen geluiden herken:
"Leo". Daar ga ik linea recta op af en ik ben weer thuis. Ik
heb het geluk dat een Leo-knuffel-echtpaar boodschappen gaat doen. Ze nemen
een half broodje voor me mee. Voor het weekend komen er hier heel wat nieuwe
kampeerders bij. 's
Avonds ben ik te gast bij de mensen uit Zeeland in hun hele ruime maar
piepkleine caravan. Terwijl ik bij ze ben word ik opgebeld door mijn knappe
kleinzoons die hun mooie schoolrapport voorlezen. Deze Zeeuwse mevrouw kan
reuze smakelijk vertellen en inderdaad, als je goed om je heen kijkt ligt de
humor op straat. Als 's avonds de zon weg is wordt het behoorlijk koud. Om 10
uur kruip ik in de slaapzak en bel mijn dochter terug om nog even rustig verder
te kletsen.
|