|
Home
Inhoud: |
Hoofdstuk
20. GROLLO. De
laatste week heb ik nodig om thuis te komen. Het liefst zou ik gewoon de hele
zomer door blijven lopen. De twee dagen rust in Gieten hebben Leo goed gedaan.
We gaan vandaag naar Grollo en als het zo door gaat zijn we er vóór de
middag. Leo loopt minstens 6 km. per uur. Of heeft hij in Gieten zoveel
energie opgedaan van alle boterhammen, knuffels en aaitjes of alle aandacht
die hij kreeg? Een combinatie van deze prettige dingen zal het zijn. We lopen
grotendeels over zandwegen en dat is goed voor zijn hoefjes. Als ik me niet
vergis komen we vandaag bij de camping/kampeerboerderij waar ik drie jaar
geleden het schapendekje gekregen heb wat ik nu om het trektuig genaaid heb.
Hopelijk is er plaats. Het stond toen vol met TT-gangers. Als
ik volgend jaar inderdaad langer weg kan blijven moet ik schoentjes voor Leo
maken. Hoefijzertjes heb ik vroeger eens geprobeerd maar dat was geen succes.
De eerste dag was hij al een ijzertje verloren. Daar komt bij dat de kleine
hoefjes van Leo te veel beschadigen door de spijkers. Van een oude autoband
moet iets te fabriceren zijn. Een mooi klusje voor de winter. Als het lukt
maak ik gelijk twee kwartet schoenen voor hem. Naar
Grollo gaan we naar het zuiden en komen in de buurt van het Meindersveen.
Sommige zandwegen loop ik nu in tegengestelde richting. Ik ben al heel wat
keren in Drenthe geweest met Leo en dan heb ik de keus of ten noorden of ten
zuiden van Assen mijn route naar huis te plannen. Ten zuiden vind ik mooier en
daar heb ik wat leuke kampeeradresjes die ik aan kan doen. Op
weg naar Grolle pauzeren we éénmaal. Ik ga hiervoor een zijpad in wat
uitkomt op een coniferenkwekerij. Het ruikt heerlijk naar gemengde
dennengeuren. Als we vertrekken zie ik dat er langs dit pad allemaal wilde
kersenbomen staan. Ik proef een kers maar hij is nog hard en bitter.
Als
ik in Grollo aankom zie ik dat alles verbouwd is. Hier is hard gewerkt. Wat
blijkt? Twee weken nadat ik hier was, drie jaar geleden, is alles afgebrand.
Alleen de benedenverdieping van het voorhuis bleef gespaard. Ze hadden toen
een groep van 60 kinderen in de boerderij dus dat was een hele consternatie.
Ze vermoeden dat iemand een brandende peuk uit de auto gegooid heeft die op
het rieten dak terecht gekomen is. Het is een mooie kampeerboerderij geworden.
Ze kunnen nu twee groepen huisvesten van 45 en 25 personen. Mevrouw laat me de
ruimten zien. De
camping staat propvol maar ik heb het rijk alleen op het trekkersveld.
Heerlijk rustig. Vandaag is de warmste dag van de vakantie 26E
C. Op het grasveld voor het tentje val ik in slaap. De
weersverwachting luidt: Naar het noorden wegtrekkende regen- en onweersbuien.
De regen begint de volgende ochtend om half acht. Ik zit in de verkeerde hoek
van het land. In Zeeland zal het nu bijna droog zijn. Ik stel me in op een
hele dag regen, alleen weet ik niet goed hoe dat moet. Zal ik wachten met
vertrekken of niet. Op dit moment weet ik het niet. Eerst maar eens kalmpjes
aan ontbijten. Kwart over negen. Ik weet het nog steeds niet. De regen valt
mee. Het meeste is er op weg naar het noorden al uitgevallen. Om half 11
droog. We vertrekken. De
buurman aan de andere kant van de boomwal neemt foto's. Hij wil ze met een
verhaaltje er bij naar de Camping Kampioen van de ANWB opsturen. Hij loopt
ondertussen te repeteren: Portengen, Bakkeveen, hond Joep, ezel Leo want hij
heeft geen tijd om het op te schrijven terwijl hij foto's maakt.
|