Ezeltje Leo

 

 

Home

Contact

Inhoud:

Inleiding

Leo

Huisvesting

Opvoeding

Vakantie

Feuilleton

Toekomst

Links

Hoofdstuk 17. NIEUWE PEKELA.

Ik pak het karretje en mezelf in alsof we weer zo'n regendag als gisteren krijgen. Bij de eerste stop pak is alles weer uit en doe mijn korte broek aan. Ik zit op een doodstil fietspad op een puntje van het bedje van Joep dat nog een beetje nat is en dat nu mooi drogen kan in de zon. Mijn schoenen doe ik uit, want ook die zijn van binnen nog nat. Met een kop koffie naast me, de VVV kaart en mijn schrift om me heen uitgespreid, zit ik breeduit op het asfalt en dan komt er een auto aan. Leo staat met de kar midden op het zandpad dus gaat de man over het fietspad rijden. Ik pak gauw alles bij elkaar zodat hij er langs kan. Grijnzende gezichten.

Nu komt er weer een auto aan. Er zit een vrouw in. Ze stopt en stapt uit. Zij had mij in de verte op het fietspad zien zitten toen ze de hond uitliet en had gedacht: "Er is vast wat met die vrouw gebeurd". Ze had gauw de hond naar huis gebracht en is nu hier om mij, zo nodig, te helpen. Is dat nou niet lief. Zo'n ontmoeting doet me echt goed.

Er volgen nog meer leuke ontmoetingen. Een echtpaar op de fiets stapt bij me af. Zij zijn hier met vakantie op de EO-camping en ze wonen bij Staphorst, dus dat klopt. Mijnheer maakt foto's van ons met een gewone camera en met een dia camera. Ik geef ze mijn adres en ze zullen me de foto's opsturen.

De volgende ontmoeting: Vanmorgen had ik nog één boterham en toch heb ik vandaag en ook morgen geen bakker nodig. Langs het fietspad van Alteveer naar Nieuwe Pekela staat een reuze mooi, romantisch huis. Er blaft een hond. De hond wordt teruggeroepen en een man komt naar me toe. Wat blijkt. Hij heeft zelf vier ezeltjes. Hij vraagt hoe ik Leo het trekken geleerd heb want hij krijgt het tot nu toe niet voor elkaar. We lopen mee het erf op om de ezeltjes te zien. Mevrouw drijft ze naar ons toe. Eerst is er nog niets aan de hand maar dan gaat er één balken en de rest valt in. Met z'n vijven gaan ze me toch tekeer.

Als ik weer weg ga vraagt mevrouw of ik wat brood wil hebben. Ze krijgen altijd van de warme bakker al het brood dat zaterdags over is. Nou graag, zeg ik. Ik krijg een zak vol met allerlei soorten brood wat je nauwelijks oudbakken kunt noemen. Joep heeft gelijk al een stokbroodje te pakken. Ik eet een krentenbol en Leo krijgt ook een stokbroodje. Heel aardige mensen. Als we weglopen komt er weer een balkconcert en de ezeltjes lopen net zo lang mee tot ze niet meer verder kunnen.

Bij een volkstuincomplex, even voor Nieuwe Pekela, staat een rij mannen naar ons te kijken. Ik vraag of ze de camping aan de Molenweg kennen. Ja, ik moet gelijk linksaf, dan loop ik langs een rustige weg achter de huizen langs. Het is ongeveer 5 km. Zie je daar in de verte die molen? Daar is het. Als ik later langs het kanaal van Nieuwe Pekela loop zie ik opeens nog meer van die rare huizen met vierkante gevels en schuine daken. Dit is zeker een oud Groningse bouwstijl.  

Voor de camping is een rode slagboom, daar wil ik Leo aan vast zetten. Wat doet die oen, hij kruipt er onderdoor. Met veel moeite duw ik hem terug anders had ik geen huifje meer gehad.

De campingbaas is er niet, wel zijn zoontje. Zoek maar een plekje vooraan, zegt hij. Ik loop de camping op en krijg gelijk gezelschap van twee kleine meisjes. Ze kwebbelen wat af, vrijen met Joep, geven Leo klavertjes en geven mij een rood zijden roosje, dat ik voorop het huifje speld. Het blijkt dat ze op deze camping wonen. Er zijn nog meer gezinnen die hier permanent wonen. Naar zo'n plek ben ik een jaar geleden op zoek geweest. Het schijnt dus toch te kunnen. Ik geef Leo en Joep een stuk stokbrood uit de ezeltjeszak. Zelf vis ik er de krentenbollen uit en een paar muesli- en maïsbolletjes die nog lekker zacht zijn. Vandaag eet ik brood. De kleine meisjes eten een stukje van Joep z'n broodje. Ze willen ook wel wat. Uit de zak haal ik nu twee stukken stokbrood. Ze lopen er heerlijk op te knabbelen. Als het half op is willen ze niet meer en geven het aan Leo. Later komen hun broertjes van een jaar of 10. Die liggen te rollebollen met Joep. Joep is veel wilder met die jongens dan met de kleine meisjes.

De camping krijgt volgende week een nieuwe eigenaar vandaar dat het hier wat rommelig is. Een meisje van twaalf jaar neemt nu de honneurs waar. Ik betaal voor een nacht en ga morgen verder hoewel we eigenlijk een dag rust nodig hebben.

In deze streek houden ze van ezeltjes. Aan de andere kant van de boomwal staan er twee, grijze in dit geval, maar balken doen ze net zo hard als zwarte Leo.

Ik ben vroeg wakker maar val na een half uurtje weer in slaap. Ik droom dat ik met Leo in een snackbar zit. Ik mag hem mee naar binnen nemen van de baas. Alle klanten gaan nu weg. Een dikke vrouw zegt: "Kom mee, het is hier toch niet te vreten". Alleen een donkere buitenlander blijft zitten en een man met een hond (Joep komt in mijn droom niet voor). De patat is echt heel vies, slappe, half openstaande staafjes aardappel. Ik krijg geen mayonaise want die is bedorven, zegt de baas. Leo ligt op de grond tussen de tafeltjes. De mannen en ik voeren Leo en de hond alle patatjes op. Leo balkt en ik ben wakker want dat is echt. Het is kwart over acht. 

Toen ik gisteravond voor het tentje zat kwamen er twee vrouwen bij me staan. De jongste heeft een baby in een draagzak. Zij vormen een echtpaar (leuk woord is dat trouwens, een echt paar) en zijn officieel op het gemeentehuis getrouwd. De baby is uit een kunstmatige bevruchting afkomstig. De oudste van de twee blijft een hele tijd bij me praten. Ze heeft haar huis verkocht en nu wonen ze dus hier in een stacaravan. Op de grofvuildag struinen ze vroeg langs de straten op zoek naar afgedankte meubels. Zij houdt van timmeren en knutselen dus worden deze spullen hier op de camping opgeknapt. Samen met de buren, die dat schijnbaar ook doen, staan ze elke zaterdag op de vlooienmarkt in Eelde om hun waren aan de man te brengen.


vervolg